In deze oefening zijn er 10 spelers actief. De groep wordt verdeeld in tweetallen (vijf tweetallen in totaal). Drie tweetallen stellen zich op in een vierkant (in het voorbeeld links) en twee tweetallen stellen zich op in het andere vierkant (in het voorbeeld rechts). Het doel van dit spel is om als verdedigend tweetal druk te zetten op de bal, slechte passes af te dwingen en bij zekerheid in te stappen voor balwinst.

In deze oefening spelen twee tweetallen samen (in het voorbeeld team wit en groen) tegen het verdedigende team (in het voorbeeld team rood). Het aanvallende team probeert 10 keer succesvol over te spelen, lukt dit dan spelen ze de bal door naar het andere vak en probeert het verdedigende team daar opnieuw de bal te onderscheppen.

Lukt het de verdedigers de bal te onderscheppen, dan spelen zij de bal direct door naar het andere vak en wisselen ze met het team wat zojuist balverlies heeft geleden. Het team wat balverlies heeft geleden wordt het nieuwe verdedigende team. Door steeds te wisselen van vierkant, spelen de verdedigers continu tegen nieuwe tegenspelers en moet er steeds worden omgeschakeld.