Home | 4 tegen 4 + 1 klein verdedigen
- Download print PDF
4 tegen 4 + 1 klein verdedigen
- O16
- 4 - 12 spelers
- 1/4 veld
Spelbeschrijving
Opstarten – Afbeelding 1
In een speelveld van 25 bij 25 meter staan twee teams opgesteld. Team wit neemt de rol van aanvaller op zich en team rood de rol van verdediger. Beide teams mogen gebruik maken van de extra speler in het blauw. In het speelveld is een driehoek met voetbalpalen uitgezet en aan weerszijde staan net buiten het speelveld twee doelen opgesteld. Het accent in deze oefening ligt op het compact verdedigen, druk zetten op de bal en bij balwinst omschakelen.
De oefening – Afbeelding 2
In deze oefening start de trainer het spel door de bal in te spelen naar de aanvallers in het wit (1), welke als doel hebben om 10 keer succesvol naar elkaar over te spelen. De verdediger waarvan zijn tegenstander de bal heeft zet direct de juiste hoeveelheid druk op de bal (2). De verdedigers waarvan de aanvaller meer dan 1 pass weg is neemt een helpende positie voor het doeltje met de voetbalpalen in (3) of schuift door naar een aanvaller welke maar 1 pass weg staat (3). De aanvallers kunnen namelijk sneller aan de 10 keer overspelen komen, door een mede aanvaller door één van de drie poorten aan te spelen. Lukt dit dan telt dit als 3 keer overspelen.
Afbeelding 3
De aanvallende partij mag gebruik maken van de speler in het blauw om zo het rondpassen (4) makkelijker te maken. Het accent in deze oefening ligt op het verdedigen. Verdedigers waarvan de tegenstander maar 1 pass weg staan moeten altijd bezet zijn (5) of wanneer je denkt dat het verplaatsen later goed uitkomt kun je als verdediger in de richting verplaatsen van een aanvaller (6).
Afbeelding 4
Aanvallers mogen vrij bewegen door bijvoorbeeld eerst een in (7) en uit beweging (8) te maken voordat er een pass wordt gemaakt (9). Ook hier geldt weer dat wanneer je als verdediger meer dan 1 pass weg staat je beter richting de speler met bal kunt verplaatsen of in dit geval voor het doel (10). Hierdoor blijft je verdediging klein en is het erg lastig voor de aanvallers om dan tussen de voetbalpalen door te passen.
Afbeelding 5
Wanneer de bal wordt doorgespeeld (11) en de bal wordt onderschept door de verdedigers in het rood (12) kan er worden omgeschakeld. Zie hiervoor afbeelding 6.
De spelregels
- De trainer start het spel door de bal in te spelen naar een aanvaller in het wit.
- De aanvallers proberen 10 keer succesvol over te spelen.
- Gaat de bal uit? Dan speelt de trainer de bal direct naar het andere team en wordt er gewisseld van functie.
- Lukt het de verdedigende partij om de bal te onderscheppen, dan schakelen zij direct om en mogen zij scoren op het grote doel of over de zijlijn dribbelen.
- Lukt het de verdedigers om te scoren op het grote doel na omschakeling krijgen zij 3 punten. Luk het de verdedigers om na omschakeling over de zijlijn te dribbelen, dan ontvangen zij 1 punt.
De voorbereiding
Organisatorisch kun je het veld volgens de volgende afmeting uitzetten. Wil je het moeilijker maken voor de speler met bal maak dan het veld wat smaller en korter.
De afmetingen
- Lengte: 25 meter
- Breedte: 25 meter
De materialen
- 2 Pupillendoelen
- 8 Voetballen
- 4 Pionnen
- 3 Voetbalpalen
- Partijlinten