De training ziet er als volgt uit: een warming up in het rode vak met alle spelers en daarna maken we een verdeling met drie gelijke groepen. Iedere groep gaat aan de slag bij verschillende stations. 

Station 1 – Bij de gele gronddoppen: slalommen en sprinten

Rij 1: De spelers starten bij de zijlijn en gaan in de rij waar de pop staat slalommend met de bal aan de voet richting de pop. Bij de pop wordt er een trucje gedaan om de passieve verdediger te passeren (binnenkant / buitenkant voet / Schaar beweging etc.). Dribbel door tot het laatste hoedje. Daar aangekomen sprint je met de bal aan de voet in een rechte lijn terug. 

Rij 2: Sprint hier al slalommend door de pionnen. Op het rechte stuk sprint je naar het laatste hoedje om vervolgens via de zijkant in een rechte lijn terug te sprinten.

Station 2 – Blauwe gronddoppen: 2 tegen 2

Hier wordt een veld uitgezet met twee voetbaldoelen, zodat er 2 tegen 2 gespeeld kan worden. Bekijk hiervoor de oefening: 2 tegen 2.

Station 3 – bij de rode gronddopen: Pass oefening

Bij de rode pionnetjes ga je een passoefening doen.