Dribbelen en gericht schieten

Spelbeschrijving

Opstarten

Het veld wordt aangegeven door de 4 rode gronddoppen. Het veld is 10×10 meter. In het midden van het veld ligt een gronddop met bal erop. Per rode gronddop start er één speler. De overige spelers (aangegeven in het geel) wachten bij de gele gronddop en doen deze ronde niet mee.

De oefening
De 4 spelers starten tegelijkertijd. Ze dribbelen zo snel mogelijk naar de gronddop rechts van hen. Er wordt om deze gronddop heen gedribbeld, terug naar de gronddop waar de speler gestart is. Om deze startgronddop wordt ook heen gedribbeld. Vervolgens proberen de spelers de bal die in het midden op de gronddop ligt, van de gronddop af te schieten. De spelers halen hun bal op en wachten bij de gele gronddoppen. Nu zijn de volgende 4 spelers aan de beurt.

De spelregels

De afmetingen

De materialen

Anderen bekeken ook