Opstarten – Afbeelding 1

Er staan vier groepen opgesteld bij de rode gronddop zoals afgebeeld op afbeelding 1: Er staat één speler bij de gele gronddop, één speler achter de rode gronddop zonder bal en één speler met bal voor de rode gronddop. De speler vooraan bij de rode gronddop begint met de bal, waarbij alle spelers van iedere groep tegelijkertijd beginnen.

De oefening – Afbeelding 2

De speler met bal dribbelt links om de rode pion (1) en vervolgens rechts om de eerste blauwe pion (2). Eenmaal voorbij de eerste blauw pion moeten de spelers proberen overzicht te houden omdat hier nu alle spelers met bal zijn. Probeer elkaar niet te raken door overzicht te bewaren en je tegenspelers te blijven zien. Het doel is om schuin over te steken en weer links om de tweede blauwe pion te dribbelen (3). Omdat iedere speler met bal tegelijk start is er ruimte om tussen de rode pion en de rode gronddop door te dribbelen (4). 

Afbeelding 3

Eenmaal door dit poortje gedribbeld, dribbel je rechtsaf tussen de rode en de gele gronddop door (5). Dribbel daarna verder tot de twee gele pionnen (6) en geef een pass op maat net voor de wachtende speler bij de rode gronddop (7). Sluit vervolgens aan bij de rij waar je naartoe hebt gespeeld.

Afbeelding 4

Hier zie je hoe alle spelers de oefening tegelijk uitvoeren.