Home | 4 tegen 4 klein verdedigen
- Download print PDF
4 tegen 4 klein verdedigen
- O14
- 5 - 8 spelers
- 1/4 veld
Spelbeschrijving
Opstarten – Afbeelding 1
In een speelveld van 25 bij 25 meter staan twee teams opgesteld. Team wit neemt de rol van aanvaller op zich en team rood de rol van verdediger. In het speelveld is een driehoek met voetbalpalen uitgezet en aan weerszijde staan net buiten het speelveld twee doelen opgesteld. Het accent in deze oefening ligt op het compact verdedigen, druk zetten op de bal en bij balwinst omschakelen.
De oefening – Afbeelding 2
In deze oefening start de trainer het spel door de bal in te spelen naar de aanvallers in het wit (1), welke als doel hebben om 10 keer succesvol naar elkaar over te spelen. De verdediger waarvan zijn tegenstander de bal heeft zet direct de juiste hoeveelheid druk op de bal (2). De verdediger waarvan de aanvaller het verste weg is neemt een helpende positie voor het doeltje met de voetbalpalen in (3). De aanvallers kunnen namelijk sneller aan de 10 keer overspelen komen, door een medespeler door één van de drie poorten aan te spelen. Lukt dit dan telt dit als 3 keer overspelen. Is een medespeler nog niet vrij, dan loopt de aanvaller in het wit naar een vrije ruimte om de bal te kunnen krijgen (4).
Afbeelding 3
De verdedigers in het rood reageren hier op door altijd druk te geven op de bal (5) wanneer het jouw tegenspeler betreft. Mocht er een pass volgen (6) dan zorgen medespelers er voor dat eenvoudige passes links of rechts moeilijker worden gemaakt door passlijnen af te schermen (7).
Afbeelding 4
Ook hier geldt wanneer jouw tegenspeler het verste weg is, neem je een helpende positie in (8). Mocht een mede aanvaller dan de bal op komen eisen (9) en er volgt een pass (10), dan staan verdedigers dichtbij genoeg om de bal te kunnen onderscheppen (11).
Afbeelding 5
Wanneer de bal dan is onderschept, kunnen de verdedigers omschakelen door een voorzet te geven (12) naar een inlopende speler voor het doel.
De spelregels
- De trainer start het spel door de bal in te spelen naar een aanvaller in het wit.
- De aanvallers proberen 10 keer succesvol over te spelen.
- De aanvallers mogen de bal door één van de drie poortjes spelen om een medespeler aan te spelen. Dit geldt als 3 succesvolle passes.
- Gaat de bal uit? Dan speelt de trainer de bal direct naar het andere team en wordt er gewisseld van functie.
- Lukt het de verdedigende partij om de bal te onderscheppen, dan schakelen zij direct om en mogen zij scoren op het grote doel of over de zijlijn dribbelen.
- Lukt het de verdedigers om te scoren op het grote doel na omschakeling krijgen zij 3 punten. Luk het de verdedigers om na omschakeling over de zijlijn te dribbelen, dan ontvangen zij 1 punt.
De voorbereiding
Organisatorisch kun je het veld volgens de volgende afmeting uitzetten. Wil je het moeilijker maken voor de speler met bal maak dan het veld wat smaller en korter.
De afmetingen
- Lengte: 25 meter
- Breedte: 25 meter
De materialen
- 2 Pupillendoelen
- 8 Voetballen
- 4 Pionnen
- 3 Voetbalpalen
- Partijlinten